Bij de opening van een tentoonstelling over Charlotte Salomon in Berlijn sprak Judith Belinfante de openingsrede. Zij ging daarbij onder andere in op het feit dat het Joods Historisch Museum (JHM) beheerder is van haar werk. Zij zei toen: ‘De directeur van het Stedelijk Museum raadde de vader en stiefmoeder van Charlotte aan de verzameling over te maken aan het JHM, omdat naar zijn mening Charlottes ervaringen in de tijd van het nationaal socialisme haar werk tot een joods werk maakten. Wel, daarin mag hij gelijk hebben, als hij daarin een typisch joodse levenswijze ziet: niet zozeer in haar besef van vervolging, maar meer in haar sterke en onbedwingbare wil om te overleven’.
Deze laatste typering is ook een treffende weergave van het werk en de biografie van Felix Nussbaum. Van 1935 – 1944 woonde en werkte Nussbaum in Oostende en Brussel en daar was het werk van James Ensor haast alom tegenwoordig. Ensor speelde ook een belangrijke rol bij het verkrijgen van een visum voor Nussbaum. Nussbaum leefde in een uiterst complexe tijd met – zeker voor iemand met Joodse wortels – een vijandige en onzekere samenleving om hem heen. Het boek ‘Orgelman’ met als ondertitel ‘Felix Nussbaum, een schildersleven’ van de schrijver Mark Schaevers laat dat op een uiterste boeiende wijze zien (uitgeverij De Bezige Bij, 2015 – bekroond met ‘De gouden boekenuil’ 2015). Al lezend komen diverse werken van Nussbaum tot leven. Hierbij is onder andere te denken aan Lagersynagoge, St. Cyprien, De Verdoemden, De beide Joden – interieur van de synagoge in Osnabrück e.v.a. Het meest indringende beeld is wel het schilderij Triomf van de dood. Dit thema probeer ik te plaatsen in de bredere context van ‘de dodendans’ als oud thema in de beeldende kunst, liturgie en muziek. Al kijkend hoor je als het ware fragmenten van ‘Der Totentanz’ van Hugo Distler. Dit bijzondere muziekstuk is in 2010 uitgevoerd in een Friese vertaling. In dit muziekstuk hoor je dat zowel de keizer, de bisschop, de boer, de arts, het kind en anderen voor de Dood moeten verschijnen. Je hoort dat ieder hierin gelijkwaardig is. Allen moeten zich verantwoorden. Het kind echter niet en met de kluizenaar komt het goed….